Schipholwanbeleid

De gemiste kansen voor Nederland

Schipholgate

Systematische tegenwerking door Schiphol en de Staat

Chipshol

Ambitieuze gebiedsontwikkelaar al 20 jaar 'kaltgestellt'

19 July 2012

Overzicht procedures en uitgesproken vonnissen

Naar aanleiding van de jarenlange stelselmatige tegenwerking van de ontwikkeling van het Groenenberg-terrein, heeft Chipshol diverse procedures moeten aanspannen waarin inmiddels vonnis is gewezen. Schiphol (zie hierna c. en d.) en de provincie Noord-Holland (zie hierna a.) werden door de rechter veroordeeld tot schadevergoeding aan Chipshol. De gemeente Haarlemmermeer (zie hierna b.) heeft op 10 januari 2007 een schikking getroffen met Chipshol over vergoeding van vertragingsschade. Daarna is op 15 februari 2007 ook met de provincie Noord-Holland (zie hierna a.) een schikking overeengekomen. Nadat de Luchtverkeersleiding (zie hierna e.) niet bereid bleek tot een regeling in der minne is deze instantie begin 2006 gedagvaard. Ter toelichting het volgende.

(a) - Schade t.g.v. handelen door de PROVINCIE, minnelijke regeling per 15 februari 2007

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben bij besluit van 10 oktober 2000 onverwacht goedkeuring onthouden aan het besluit van B&W Haarlemmermeer van 4 juli 2000 tot vaststelling van een wijzigingsplan voor het Groenenberg-terrein. Bij uitspraak van 5 september 2001 heeft de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het besluit van GS van 10 oktober 2000 vernietigd. (vonnis 1: download PDF).

GS keurden vervolgens bij besluit van 12 februari 2002 in tweede instantie de wijziging van de agrarische bestemming naar de bedrijfsbestemming goed. Nu werd echter aan de ontsluiting van het Groenenberg-terrein goedkeuring onthouden. Bij uitspraak van 4 september 2002 heeft de Raad van State ook het besluit van GS van 12 februari 2002 vernietigd. (vonnis 2: download PDF). Op verzoek van Chipshol heeft de voorzitter van zijn bevoegdheid gebruik gemaakt zelf in de zaak te voorzien door in plaats van GS zelf de ontsluiting goed te keuren.

Chipshol heeft daarop in 2002 een schadeprocedure aangespannen tegen de Provincie. In die procedure is vergoeding gevorderd van alle schade welke geleden is ten gevolge van de onrechtmatige daad welke de Provincie heeft begaan door het tot twee maal toe afwijzen van het wijzigingsplan.

Op 21 januari 2004 is in deze procedure vonnis gewezen. De Rechtbank heeft geoordeeld dat de Provincie aansprakelijk is voor de door Chipshol geleden vertragingsschade vanaf het moment van de eerste weigering tot het moment van goedkeuring door de Raad van State. Bij arrest van 15 december 2005 heeft het Gerechtshof te Amsterdam de aansprakelijkheid van de Provincie bevestigd en een deskundigenbericht gelast. (vonnis 4: download PDF).

In dat verband werd bij arrest van 23 november 2006 bepaald dat benoeming van Ir. R.A. Toornend als deskundige achterwege diende te blijven in verband met zijn relatie met de provincie. Ook werd bepaald dat Chipshol haar standpunt met betrekking tot de positie van deskundige Prof. P.P. Kohnstamm nader uiteen mag zetten, nu Chipshol zijn onpartijdigheid en onafhankelijkheid aan de kaak heeft gesteld. (vonnis 4a: download PDF)

Het laatste arrest is van belang omdat genoemde deskundigen ook zijn benoemd in de schadeprocedure tegen Schiphol (zie c.), waarin de Provincie zich als belanghebbende partij had gevoegd. In die procedure hebben deze deskundigen een rapport uitgebracht met een absurd laag schadebedrag van € 17 miljoen.

De Provincie Noord-Holland heeft op 15 februari 2007 in deze schadeprocedure een minnelijke regeling getroffen met Chipshol. De Provincie heeft zich verplicht op constructieve wijze planologische medewerking te verlenen aan drie bedrijfslocaties die Chipshol in de Schiphol-regio wil ontwikkelen en heeft Chipshol financieel gecompenseerd voor de schade die is geleden door circa twee jaar vertraging bij de ontwikkeling van het Groenenberg-terrein.

(b) - Schade t.g.v. handelen door de GEMEENTE HAARLEMMERMEER, minnelijke regeling per 10 januari 2007

Onmiddellijk na de goedkeuring door de Raad van State van het bestemmingsplan heeft Chipshol per 12 september 2002 een omvangrijke bouwaanvraag voor de eerste fase van het Groenenberg-terrein ingediend. Per 20 november 2002 weigerde de gemeente onverwacht de vergunning af te geven voor deze bouwaanvraag.

Op hetzelfde moment dat de gemeente de bouwaanvraag voor fase I weigerde, nam deze op verzoek van Verkeer & Waterstaat op 21 november 2002 een voorbereidingsbesluit teneinde bebouwing van het Groenenberg-terrein onmogelijk te maken. Verkeer & Waterstaat vrijwaarde daarbij de gemeente voor schadeclaims. Chipshol heeft onmiddellijk beroep aangetekend tegen het voorbereidingsbesluit, waarna de gemeente het besluit op 30 januari herriep. Op 29 december 2004 verklaarde ook de Raad van State het beroep van Chipshol gegrond. (vonnis 6: download PDF).

Op 15 januari 2005 heeft de gemeenteraad een motie aangenomen waarbij aan Chipshol spijt werd betuigd voor het nemen van een verkeerd besluit. Chipshol heeft de gemeente op 15 december 2005 verzocht aansprakelijkheid te erkennen voor vertragingsschade ten gevolge van het voorbereidingsbesluit.

Naar aanleiding daarvan is door Burgemeester & Wethouders per 22 februari 2006 een feitenreconstructie opgesteld waaruit blijkt: "De druk op de gemeente Haarlemmermeer van Schiphol, Luchtverkeersleiding Nederland en het Ministerie van Verkeer & Waterstaat waren voor het College aanleiding ... in te stemmen met een voorbereidingsbesluit."

Op 27 april 2006 verzocht de Raad B&W met Chipshol te overleggen over een schadevergoeding. Dat heeft geleid tot een minnelijke regeling per 10 januari 2007. Als schadevergoeding voor de 2 maanden vertraging die t.g.v. het voorbereidingsbesluit is opgetreden, heeft de gemeente zich verplicht:

  • op constructieve wijze planologische medewerking te verlenen aan de ontwikkeling van 2 Chipshol bedrijvenparken;
  • een financiële vergoeding te betalen en legeskosten kwijt te schelden.


(c) - Schade t.g.v. handelen door de LUCHTHAVEN: art. 50 procedure

Omdat Chipshol in de ochtend van 22 november 2002 dankzij een anoniem telefoontje op de hoogte raakte van het voorbereidingsbesluit en constateerde dat de eerder ingediende bouwaanvraag geweigerd was, heeft zij met de grootst mogelijke spoed een nieuwe bouwaanvraag nog diezelfde middag ingediend. In reactie daarop verzocht president-directeur Cerfontaine van de luchthaven op 10 januari 2003 de staatssecretaris een bouwverbod af te kondigen. De bevoegdheid tot het opleggen van een bouwverbod ontleent de Staat aan de Luchtvaartwet. Artikel 50 van de Luchtvaartwet bepaalt dat de exploitant van de Luchthaven aan degene die door het opgelegde bouwverbod schade lijdt, een schadeloosstelling aanbiedt. De Luchthaven heeft dat in casu niet gedaan. Artikel 52 Luchtvaartwet bepaalt dat in dat geval de schadegerechtigden zelf, binnen één jaar, een vordering tot schadevergoeding kunnen indienen tegen de Luchthaven bij de burgerlijke rechter.

Chipshol heeft dat op 16 september 2003 gedaan. Deskundigen van Chipshol ramen de schade op € 97 miljoen. De Provincie heeft zich indertijd in die procedure gevoegd aan de zijde van de Luchthaven. De Luchthaven heeft de Staat in vrijwaring opgeroepen.

Op 12 januari en 30 maart 2005 heeft de Rechtbank Haarlem tussenvonnissen gewezen. (vonnis 7 (download PDF) en vonnis 8 (download PDF)).

De Rechtbank heeft overwogen dat de luchthaven de door Chipshol geleden schade, die het gevolg is van het bouwverbod, volledig moet vergoeden en dat de Rechtbank daaromtrent behoefte heeft aan deskundige voorlichting. Ter begroting van de schade zijn door de Rechtbank 3 deskundigen benoemd, de heren Prof. Drs P.P. Kohnstamm, Mr. J. Berkvens en Ir. R.A. Toornend, en deze opgedragen binnen 4 maanden (na 30 maart 2005) een schaderapport op te stellen. Deze deadline is door deskundigen met meer dan 11 maanden overschreden en niet alleen m.b.t. de werkwijze maar ook m.b.t. de onafhankelijkheid van de deskundigen rezen steeds meer vragen. In een op 5 juli 2006 uitgebracht advies ramen de deskundigen de schade veel te laag op € 17 miljoen exclusief wettelijke rente, een verschil van meer dan € 80 miljoen met de schadeberekening van PKF Wallast accountants, die door Fakton is bevestigd.

Naar de mening van Chipshol is sprake van een onbegrijpelijke uitkomst: deskundigen concluderen namelijk dat zelfs in een "optimistisch scenario" niets aan de ontwikkeling van logistieke projecten rond Schiphol verdiend kan worden, zelfs niet bij een grondprijs van € 100 per m², een grondprijs die € 200 tot € 300 onder het huidige marktniveau ligt. Deze conclusie is een gevolg van onjuiste aannames, met name van veel te hoge bouwkosten en veel te lage huuropbrengsten.

De algemene conclusie van de deskundigen is dat alleen sprake is van schade als gevolg van winstderving op de gronden. Bij de onderdelen projectontwikkelingswinst en misgelopen beleggingsresultaten komen de deskundigen tot de conclusie dat er op die onderdelen geen schade is. Chipshol acht dit een principieel onjuiste conclusie, waarbij de deskundigen geheel voorbij gaan aan de economische realiteit.

Sinds half december 2006 heeft Chipshol haar vertrouwen in de onafhankelijkheid van de Haarlemse rechtbank verloren. Om die reden is Chipshol dan ook niet verschenen in het slotpleidooi in Haarlem van 15 januari 2007 en heeft de oprichter van Chipshol op 19 en 22 januari 2007 paginagrote advertenties geplaatst in De Volkskrant en Haarlems Dagblad. Drie ingewerkte rechters, Mr. Monster c.s., die deze complexe in de eindfase verkerende zaak jarenlang behandelden, bleken zonder zwaarwegende argumenten door de leiding van de rechtbank te zijn vervangen. Chipshol werd hierover niet geïnformeerd en acht deze drastische maatregel volstrekt ongehoord.

N.B. 1 Onder leiding van de vervangen vice-president Monster werden eerder zowel Schiphol als de provincie Noord-Holland veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan Chipshol. Dezelfde vice-president zat op 18 september 2006 nog de comparitie voor in de schadezaak van Chipshol tegen de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL).

[n]N.B. 2[/b] Naar aanleiding van de vervanging van de 3 ingewerkte rechters heeft Chipshol op 23 maart 2007 een verzoekschrift voor een getuigenverhoor ingediend. Veelzeggend is dat de Staat zich op 4 juni 2007 hevig verzette tegen het horen van de rechters onder ede en dat zowel Rechtbank als Hof Den Haag het getuigenverhoor hebben afgewezen. Na cassatie is het verhoor door het Amsterdamse Hof per 16 november 2010 alsnog toegewezen. De verhoren zijn aangevangen op 29 juni 2011 en inmiddels afgerond. Aangezien volstrekt tegenstrijdige verklaringen zijn afgelegd over de gang van zaken heeft Chipshol op 22 september 2011 aangifte gedaan wegens meineed.

Kort na de vervanging van alle ingewerkte rechters hebben de nieuwe rechters Ruitinga c.s. op 4 april 2007 Schiphol in een tussenvonnis veroordeeld tot een schadeuitkering van € 16 miljoen (vonnis 9: download PDF) plus wettelijke rente vanaf 21 maart 2003. Dit is een fractie van de werkelijke schade van € 97 miljoen. Het tussenvonnis is inmiddels bij eindvonnis op 30 januari 2008 bekrachtigd. Chipshol ziet in deze vonnissen een bevestiging van haar stelling dat de rechtbank niet onafhankelijk is.

Chipshol leek dicht bij een grote financiële overwinning. Vanaf de eeuwwisseling waren al 6 processen tegen de luchthaven en overheden gewonnen en tot voor kort was er alle vertrouwen het volledige schadebedrag toegewezen te krijgen. Zowel vlak voor als tijdens het slotpleidooi keerde het tij. Eerst werden de ingewerkte rechters, volkomen ongebruikelijk en zelfs tegen hun eigen wil, vervangen. Vervolgens stelde de nieuw benoemde rechter dat een frisse kijk op de zaak goed zou zijn en bekritiseerde daarmee zijn voorgangers. Ook zag hij geen reden om de belangrijkste schadedeskundige Toornend, die een schadeberekening had gemaakt van slechts € 17 miljoen, te vervangen.

Het Hof Amsterdam had in haar arrest van 23 november 2006 juist tegenovergesteld geoordeeld: "De provincie heeft niet betwist dat ir. Toornend tot haar adviseurs behoort. Aangenomen moet dus worden dat zulks het geval is. Deze omstandigheid leidt het hof tot het oordeel dat een benoeming van de genoemde deskundige in de onderhavige zaak achterwege dient te blijven."

Naar aanleiding van de vervanging van alle rechters en het het optreden van Mr. Ruitinga c.s. diende Chipshol een wrakingsverzoek in, dat door de rechtbank werd afgewezen nadat advocaat Koeman van Schiphol niet alleen de vervanging van de rechters had verdedigd maar zich ook verzette tegen herbenoeming van de oude rechters.

In hun eindvonnis van 30 januari 2008 gaan de nieuwe rechters Ruitinga c.s. voorbij aan het arrest van het Hof Amsterdam en handhaven Toornend als deskundige, onder meer omdat hij sinds 1998 geen werkzaamheden meer voor de provincie zou hebben uitgevoerd, hetgeen aantoonbaar onjuist is en bekend bij de rechtbank.

Chipshol is verbijsterd dat de rechtbank het rapport van de commissie Toornend volgt, zelfs nog 10% op het bedrag in mindering heeft gebracht en daardoor uitkomt op € 16 miljoen exclusief wettelijke rente vanaf 21 maart 2003. Deze schadeuitkering impliceert dat er met ontwikkeling van vastgoed rond Schiphol niets te verdienen valt, wat in schril contrast staat met de resultaten die Chipshol jarenlang heeft gerealiseerd: tot de tegenwerking door Schiphol c.s. een rendement van gemiddeld 40% per jaar.

Chipshol heeft vervolgens op 11 februari 2008 cassatie aangetekend tegen het eindvonnis van 30 januari 2008.

Chipshol is verbijsterd, maar niet verbaasd over het arrest dat de Hoge Raad op 19 februari 2010 heeft gewezen. Het past in de steeds langer wordende reeks van machinaties binnen de rechterlijke macht zoals de nooit eerder vertoonde rechterswissel in Haarlem en de uitschakeling van Chipshol als belangrijkste concurrent van Schiphol door de Haagse vicepresident Westenberg. Dat de Hoge Raad de partijdige schadecommissie Toornend (adviseerde de rechtbank Haarlem dat de schade slechts € 16 miljoen bedroeg terwijl de werkelijke schade € 80 miljoen hoger is) volledig handhaaft, is ronduit schokkend. Eerder oordeelde het Hof Amsterdam immers dat de benoeming van deskundige Toornend achterwege had moeten blijven. Dit vanwege zijn verzwegen zakelijke contacten met de provincie Noord-Holland en luchthaven Schiphol.

N.B. Begin 2011 is ook een andere deskundige, Mr. Berkvens, die in de commissie Toornend zat ontmaskerd. In een onteigeningszaak tussen Chipshol en de gemeente Haarlemmermeer werd hij na een tussenvonnis aan de kant gezet. De onteigening betreft een wegtracé. Berkvens bepaalde de waarde van de te onteigenen grond op € 15 per m². Een lachwekkend laag bedrag. In het vonnis wordt dan ook gesteld dat "voor die prijs geen redelijk handelend verkoper bereid is de grond van de hand te doen."

Verbijsterend is dat het Hof Amsterdam nu nog een keer moet kijken of de vergoedingsplicht van de luchthaven van € 16 miljoen nog verminderd moet worden:

  • wegens eigen schuld van Chipshol aan het bouwverbod;
  • omdat de schade al vergoed zou zijn door de provincie en gemeente;
  • indien de grond door de opheffing van het bouwverbod in waarde is gestegen.


De Hoge Raad ziet over het hoofd dat de rechtbank Haarlem in haar vonnis van 28 januari 2009 (zie hierna onder d) al feitelijk heeft vastgesteld dat de opheffing van het bouwverbod niet tot waardevermeerdering van de grond heeft geleid. Dit omdat er sprake is van nieuwe regelgeving en de reservering van de 2e Kaagbaan.

De terugverwijzing van de schadeclaim naar het Hof Amsterdam leidt ertoe dat nog jarenlang zal moeten worden doorgeprocedeerd. Dat is ook de opzet van Schiphol: vertraging om zo Chipshol fysiek, mentaal en financieel uit te putten.

Chipshol heeft eerder gewezen op de dubieuze verzwegen rol van de advocaat-generaal die de Hoge Raad in deze zaak adviseerde en die nauwe banden met nota bene de cassatie-advocaat van Schiphol bleek te onderhouden. Voorts dat voormalig persrechter Mr. Numann samenwerkte en instrumenteel was in het bedrog van de omstreden Haagse vice-president Westenberg en desondanks thans lid is van de Hoge Raad.

Chipshol laat zich door het arrest van de Hoge Raad niet uit het veld slaan en zal zolang geen recht is gedaan doorvechten waarbij o.a. via getuigenverhoren aandacht zal worden besteed aan strafbare en onrechtmatige belangenverstrengeling binnen de rechterlijke macht zelf.

(c) - Schade t.g.v. handelen door de LUCHTHAVEN: art. 55 procedure

Hiervoor gaven wij aan dat Schiphol op 12 januari 2005 door rechter Monster van de rechtbank Haarlem werd veroordeeld tot vergoeding van alle schade in verband met het bouwverbod in de zgn. artikel 50 procedure. Onmiddellijk daarna heeft Schiphol de Staat om intrekking van het onterechte bouwverbod verzocht.

Schiphol was dus fout. Echter er kwam geen schuldbekentenis of aanbod tot vergoeding van schade, zelfs geen excuus. Het verzoek tot intrekking van het bouwverbod was uitsluitend bedoeld om een tegenclaim te kunnen creëren waardoor de schade-uitkering aan Chipshol kon worden verhinderd c.q. jaren vertraagd.

Op 28 juni 2007, onmiddellijk nadat Schiphol veroordeeld werd € 19 miljoen aan Chipshol te betalen, voldeed minister Eurlings aan het verzoek van Schiphol en hief het bouwverbod op. Dit betekende echter niet dat het Groenenberg-terrein daardoor onmiddellijk bebouwd kon worden en in waarde steeg. Door nieuwe wetgeving met hoogtebeperkingen en veiligheidszones en de reservering van de 2e Kaagbaan door minister Eurlings zou bebouwing pas mogelijk zijn nadat talloze procedures met ontheffingen waren doorlopen.

Hoewel Schiphol wist dat het Groenenberg-terrein niet bebouwd mocht worden en dus niet in waarde was gestegen, deed het desondanks een beroep op artikel 55 van de Luchtvaartwet en diende op grond daarvan een tegenclaim in van € 20,5 miljoen en legde op dezelfde dag dat zij de € 19 miljoen schadevergoeding aan Chipshol moest betalen daarop beslag en ook op het Groenenberg-terrein.

Deze tegenclaim van Schiphol is bij tussenvonnis van 28 januari 2009 geheel afgewezen, waarna bij eindvonnis d.d. 21 december 2011 de luchthaven niet-ontvankelijk is verklaard in haar claim.

(d) - Schade t.g.v. handelen door de LVNL

Chipshol heeft per 7 maart 2006 de LVNL gedagvaard in verband met de lichtvaardige en onjuiste stellingen die de LVNL heeft gedaan ten aanzien van de bebouwing van het Groenenberg-terrein. Deze onjuiste feiten leidden tot jarenlange obstructie. Hierdoor is niet alleen aanzienlijke vertraging opgetreden in de bestemmingswijziging, maar is zelfs een bouwverbod afgekondigd.

Op 18 september 2006 heeft voor de Rechtbank een comparitie plaatsgevonden met als resultaat dat onafhankelijke buitenlandse deskundigen de juistheid van de stellingen van de LVNL moesten beoordelen.

Op 13 december 2006 heeft Chipshol het rapport van het gezaghebbende Engelse onderzoeksbureau Cyrrus Associates ingediend bij de rechtbank. Uit het rapport blijkt dat LVNL volledig in de fout is gegaan met het jarenlang blokkeren van de bouw van het Groenenberg-terrein. Cyrrus concludeert o.a. dat:

  • de LVNL-bewering dat de maximale hoogte in het bewuste gebied ten hoogste 3 meter mag zijn niet wordt ondersteund door uitkomsten van een door de LVNL uitgevoerde simulatie: "De simulatie rechtvaardigt op geen enkele wijze enige beperking van de bouwhoogte";
  • de conclusies en besluiten van de LVNL deels zijn gebaseerd op een simulatie die onnauwkeurig en niet representatief was;
  • het ontbreekt aan technische bewijzen die de jaren geldende bouwstop van het terrein rechtvaardigen.

    Bij vonnis van 14 november 2007 heeft de Rechtbank Haarlem de schadevordering van Chipshol afgewezen. Het betreft dezelfde (nieuwe) rechter Ruitinga c.s. die ook de schadeclaim tegen Schiphol behandeld. Chipshol heeft per 13 februari 2008 beroep aangetekend tegen het vonnis.

    Op 15 december 2009 heeft het Hof Amsterdam het vonnis van rechter Ruitinga c.s. vernietigd. Het Hof stelt dat de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) Chipshol bij de ontwikkeling van het Groenenberg-terrein jarenlang onrechtmatig en onzorgvuldig heeft behandeld. Volgens de LVNL zou bebouwing van het terrein naast de Aalsmeerbaan 'desastreuze gevolgen' hebben. Het Hof stelt echter dat de LVNL over de bebouwingsmogelijkheden onjuiste mededelingen heeft gedaan en aansprakelijk is voor de schade die Chipshol daardoor leed. Het eerdere, voor Chipshol zeer negatieve vonnis van de Haarlemse rechter Ruitinga is door het Hof dus vernietigd.

    Na eerdere veroordelingen van de gemeente Haarlemmermeer, de provincie Noord- Holland en Schiphol is de LVNL nu de vierde overheidsinstantie die schadeplichtig is jegens Chipshol. Volgens het Hof heeft de LVNL jarenlang onrechtmatig gehandeld door te beweren dat iedere bebouwing hoger dan 3,5 meter moest worden tegengehouden. In het arrest wordt opgemerkt dat er onjuiste mededelingen door de LVNL zijn gedaan over de bebouwingsmogelijkheden. En dat daardoor vertraging in de ontwikkeling van het Groenenberg-terrein ontstond. De LVNL heeft jegens Chipshol niet alleen onjuiste mededelingen gedaan maar ook een contra expertise door Chipshol bemoeilijkt. In het arrest wordt opgemerkt dat de LVNL in haar gedrag jegens Chipshol de norm van zorgvuldigheid in het maatschappelijk verkeer heeft geschonden. Eerder complimenteerde de rechtbank Haarlem de LVNL bij monde van Mr. Ruitinga juist voor de zorgvuldige aanpak en werd Chipshol op alle fronten in het ongelijk gesteld. Ruitinga veroordeelde Chipshol, hoogst ongebruikelijk, zelfs tot het betalen van 100.000 euro aan proceskosten. Het Hof heeft de LVNL opgedragen dat bedrag onmiddellijk terug te storten. Ruitinga verving begin 2007 zoals bekend zijn collega rechter Monster die in het kader van een nooit opgehelderde rechterswissel van het toneel verdween.

    Chipshol ziet in het arrest een bevestiging van haar stelling dat de LVNL en Schiphol het argument van de vliegveiligheid hebben misbruikt om Chipshol tegen te kunnen werken. Dat argument is uit de duim gezogen. Het is het zeer ernstig dat een overheidsinstantie als LVNL bewust niet integer handelde. Chipshol hoopte dat de nieuwe LVNL-topman Paul Riemens af zou rekenen met het onrechtmatig handelen van zijn voorganger en het voorbeeld zou volgen van de gemeente en provincie die met Chipshol tot een regeling zijn gekomen. Die hoop bleek ijdel want de LVNL heeft per 12 maart 2010 cassatie aangetekend. Tevergeefs. Op 25 mei 2012 oordeelde de Hoge Raad dat de LVNL ten onrechte in de jaren 1998-2005 geprobeerd heeft de plannen voor de ontwikkeling van het Groenenberg-terrein tegen te houden. De veroorzaakte schade dient LVNL te vergoeden aan Chipshol en zal in een zgn. schadestaatprocedure worden vastgesteld. De schade is immens omdat zonder de tegenwerking van de LVNL er nooit een bouwverbod zou zijn opgelegd en het terrein al geruime tijd zou zijn volgebouwd.

‹ Terug naar het overzicht