Schipholwanbeleid

De gemiste kansen voor Nederland

Schipholgate

Systematische tegenwerking door Schiphol en de Staat

Chipshol

Ambitieuze gebiedsontwikkelaar al 20 jaar 'kaltgestellt'

Hein de Kort, Schapenkaas

10 May 2013

Het exportsucces van de BV Nederland is misleidend. In feite tikt er een tijdbom.

Op 29 april 2013 verscheen in Het Financieele Dagblad een artikel van de hand van Pieter Klaas Jagersma, ondernemer, hoogleraar International Entrepreneurship aan Nyenrode Business Universiteit, hoogleraar Strategie aan de Vrije Universiteit en expert op het gebied van internationaal ondernemen. Onder bovenstaande onheilspellende kop is de waarschuwing te lezen: "Combinatie van met elkaar samenhangende factoren en gebrek aan zelfreflectie maakt Nederland kwetsbaar". Het artikel is voorzien van een even kostelijke als beschamende cartoon van Hein de Kort, waar bij de 'Hollandse Kaas Mij.' als beste idee uit de ideeënbus komt "Schapenkaas exporteren naar Griekenland".

Jagersma wijst erop dat het Nederlands bruto binnenlands product voor meer dan 50% afhankelijk is van internationale handel. Terwijl iedereen gefocust lijkt op de problemen in de financiële sector, is er een volgens hem een nog urgenter vraagstuk: het haperen van de export. Jagersma benoemt 5 factoren die daaraan debet zijn:

1. Nederland is geografisch te veel op de EU gericht: bijna 80% van de Nederlandse export blijft binnen de EU. Dat maakt ons kwetsbaar voor conjunctuur én voor handelspolitiek, stelt Jagersma. Als voorbeeld geeft hij een eventuele handelsoorlog tussen China en de EU, die Nederland hard zou raken. Nog geen 5% van de Nederlandse export gaat naar de snelgroeiende 'BRIC-landen' Brazilië, Rusland, India en China. Daar gebeurt het, maar de BV Nederland er niet in voldoende mate bij. Jagersma pleit daarom voor geografische risicospreiding.

2. De samenstelling van de Nederlandse export noemt Jagersma overwegend 'laagwaardig' en met weinig perspectief. We exporteren weinig producten van de toekomst, maar vooral vlees, groente en bloemen, producten die internationaal een moeizame tijd doormaken. Elders in de wereld leggen neemt de concurrentie voor deze relatief laagwaardige bulkproducten snel toe, wat onze exportpositie onder druk zet.

3. Jagersma geeft aan dat 'wederuitvoer', het (na bewerking) opnieuw exporteren van geïmporteerde producten, veel sneller groeit dan de echte export (9% tegen 2% tussen 2000 en 2010). In plaats van een land dat op eigen kracht produceert en exporteert is Nederland een doorvoerland geworden. De wederuitvoer telt wél mee in onze exportstatistieken, dus die zien er heel acceptabel uit, maar de werkelijkheid geeft beduidend minder reden tot vreugde.

4. Nederland exporteert te weinig naar landen met snelgroeiende economieën. In de VS, Japan en Duitsland gaat 20% à 30% van de export daarnaartoe, in Nederland slechts 8%.

5. Tenslotte wordt ons exportpotentieel onvoldoende benut: slechts 1 op 7 Nederlandse bedrijven in het midden- en kleinbedrijf exporteert. Dat zou makkelijk 1 op 4 kunnen zijn, volgens Jagersma: en dat zou volgens hem 8 tot 10 miljard euro extra omzet per jaar opleveren, "met de bekende positieve effecten voor de schatkist".

Jagersma noemt deze ontwikkelingen "een ware tijdbom onder de welzijnsstaat Nederland. Dit vraagt kritische zelfreflectie op ons eigen 'exportsucces' en grote alertheid vanwege de snelle en ingrijpende internationale economische machtsveranderingen. We staan met één been in een groots verleden en met het andere op een bananenschil, en dat tegen de achtergrond van een opmerkelijk politiek visionair onvermogen."

‹ Terug naar het overzicht