Westenberg: de liegende rechter
Hans Westenberg was coördinerend vicepresident van de Rechtbank 's-Gravenhage, toen hij in 1994 op verzoek van zijn toenmalige collega Pieter Kalbfleisch de Chipshol-zaak onder zijn hoede nam. Een goede vriend van Kalbfleisch was partij in de zaak, en wilde graag dat die vriend een handje geholpen werd.
Westenberg stelde zich in de rechtszaak opvallend partijdig op. Hij intimideerde telefonisch advocaten (bellen met advocaten is een doodzonde voor een rechter) en hield jarenlang vol dat hij niét had gebeld, tot het gerechtshof in 2009 oordeelde dat hij had gelogen en hij dus moest vertrekken. Sindsdien gaat Westenberg door het leven als 'De liegende rechter'. Journalist Stan de Jong schreef er in Nieuwe Revu in 2007 een sappig artikel over.
Westenberg vonniste in de zaak prompt in het voordeel van Kalbfleisch' vriend. Een absurd vonnis dat 6 jaar later werd vernietigd, maar toen was voor Chipshol het kwaad al geschied. In 2004 bestond Westenberg het nota bene advocaat Hugo Smit te dagvaarden die in het boek Topadvocatuur van auteur Micha Kat werd geciteerd: "Bij grote claims leert de ervaring dat Nederlandse rechters nerveus worden. Er gaan opeens gekke dingen gebeuren, zoals rechters die uitvoerig met advocaten gaan bellen over de zaak. In de Chipsholzaak is dat ook gebeurd met mr. Westenberg van de Haagse rechtbank." Westenberg was woest en begon wild om zich heen te slaan. Na jaren procederen op kosten van de belastingbetaler (de auteur en de advocaat moesten natuurlijk voor hun eigen kosten opdraaien) trok Westenberg ook hier aan het kortste eind.
Aangezien deze affaire explodeerde nav het ontkennen van bellen door Westenberg met advocaten, daarom wil ik hier expliciet vermelden, dat mr EJ Numann, in 1994 KG rechter (en nu lid van de HR !!) iig 2X met mijn advocaat (en tennisclubgenoot) mr Huib Mars heeft gebeld.
- door Alfred Mol op 5 July 2012In de context van Kort geding in 1994 moest ik zsm een brief aan de President van het KG (dwz mr Numann) schrijven. Op aanraden van mr Mars heb ik deze brief dan direct afgeleverd op het adres van Numann op de Ruychroklaan in Den Haag, omdat dat vlakbij mijn tennisclub was. Mr Mars vertelde mij dus het huisadres van Numann. Blijkbaar was Numann niet gediend van dergelijke service, want Numann belde mr Mars met het verzoek op deze wijze geen post meer te laten afleveren. Deze boodschap gaf mr Mars aan mij door.
De 2e keer belde mr Numann met mr Mars zogenaamd over een andere zaak dan mijn KG. Echter terloops (?) vroeg mr Numann aan mijn advocaat, dat hij toch wel wist dat zijn client Alfred Mol de volgende dag zou worden voorgeleid... Uiteraard meldde mr Mars mij dit direct en meldde, dat dit aanhouding voor gijzeling betekende. Mars gaf mij het dringende advies om direct elders onderdak te zoeken. En inderdaad de volgende ochtend viel politie met deurwaarder (vergeefs) binnen.
De conclusie is, dat als bellen met advocaten door rechters een halsmisdaad is, dat dan ook mr Numann (lid van de HR !) hiervoor gestraft moet worden. Het is duidelijk, dat mr Numann zijn eigen weg gaat, dwz niet iemand voor de HR....
NB Desgewenst kan ik eea bewijzen.